Geloof in God (of een atheïst?)
Ik vermoed de volgende. Ik geloof niet dat er veel waarheid in beiden zit. Het zijn geen waarheid uitspraken, maar waarden uitspraken. De gelovige zal geloven in een waardenstelsel waarbij hij richting vind en zich oriënteert met een subjectieve waarheid van God, waar zijn hart ligt en een moraal van goed en slecht geeft.
Een atheïst heeft een waardensysteem waarbij hij zelf bepaald wat goed en slecht is. Zijn subjectieve waarheid is dat hij zijn eigen baas is.
Gedachten zijn geen waarheden. Met een terugblik kun je zien dat je waarheden van toen niet nu waar is. Jouw pop van toen je een kind was leeft niet echt, maar het was toen waar voor je.
In realiteit is het te moeilijk om precies te achterhalen wat nu echt is, iedere wijsgeer van vroeger zat het ook maar mis en dit zal ook nog gebeuren.
Geloof of geen geloof... het zijn waarden.
Heel weinig waarheid om mee te werken.
© 2020 Michael J Secreve - All Rights Reserved
Dat is correct.
BeantwoordenVerwijderen"Waar men niet over spreken kan, daarover moet men zwijgen."
In de Tractatus Logico-Philosophicus doet de Oostenrijks-Engelse filosoof Ludwig Wittgenstein in 1922 zeven basisuitspraken.
Dit is de 7e.
Dank je voor je inspiratie.
Geloof in God (of een atheïst?)
BeantwoordenVerwijderenIk vermoed de volgende.
{het volgende}
Ik geloof niet dat er veel waarheid in beiden zit.
{beide} { ‘beiden’ slaat op mensen}
Die uitspraak wil nadere toelichting:
a) Wat bedoel je precies met: ‘ik geloof niet …’
b) Mensen geloven in [een] god, in goden, dat is zeker. Dat is een waarheid als een koe, luidt in Nederland de uitdrukking.
c) Hoe dat (b) kan? IK denk: indoctrinatie. Het feit blijft.
d) Een atheïst is iemand die het bestaan van ‘theo’ [god] niet [a-] aanvaarden kan als waar. Die is dus a-theo, a-the-ist.
e) Een tussenfiguur is een agnost: die houdt de boel een beetje open, zegt niet dat (een) god bestaat, ook niet dat (een) god niet bestaat.
,
Het zijn geen waarheid uitspraken, maar waarden uitspraken. (uitspraken over waarden, of zo?)
Tsja. Dat is een moeilijke. Vergt toelichting in een gesprek met deskundigen.
De gelovige zal geloven in een waardenstelsel waarbij hij richting vind en zich oriënteert met een subjectieve waarheid van God, waar zijn hart ligt en een moraal van goed en slecht geeft.
{je schrijft: oriënteer-t, lig-t, geef-t <> daaraan kun je een beetje zien, dat vind-t in de ott ook ïst een t moet krijgen.}
Een atheïst heeft een waardensysteem waarbij hij zelf bepaald wat goed en slecht is.
{bepaalt – ott: alleen een t}
Dat is deels waar. Een atheïst zal zich een de regels houden, althans de meesten.
Zijn subjectieve waarheid is dat hij zijn eigen baas is.
Gedachten zijn geen waarheden. Met een terugblik kun je zien dat je waarheden van toen niet nu waar is.
{‘is’ moet ‘zijn’ zijn: het onderwerp ‘waarheden’ is een mv-svorm, dus ook mv van het ww}
Dat neemt niet weg, dat die destijds wél waar konden zijn.
Jouw pop van toen je een kind was leeft niet echt, maar het was toen waar voor je.
In realiteit is het te moeilijk om precies te achterhalen wat nu echt is, iedere wijsgeer van vroeger zat het ook maar mis en dit zal ook nog gebeuren.
{ nou, dat valt wel mee hoor !}
Geloof of geen geloof... het zijn waarden.
Heel weinig waarheid om mee te werken.
Een goed stuk om als uitgangspunt van een discussie te nemen.
Heb je ‘Kinderen van Apate’ gelezen,{PS: kom je een beetje aan lezen toe?} van Alicja Gescinska. Over leugens en waarachtigheid. Essay van de Maand van de filosofie, april 2020.
Waarin: kun je de waarheid liegen?
Er is al veel over geschreven, over god, GOD, goden, waarheid en waarheden.