Gewoon een miljoen jaar geleden...

Tung liep naar de rivier. Hij vond het altijd leuk om de koele stroom water te voelen op zijn huid. Hij herinnerde zich dat zijn vrouw zijn gezicht streelde en het water voelde ook zo koel aan. Ze ging weg onder de schijnende maan en wou niets meer van hem hebben. Ze keek omhoog en verroerde zich niet meer. Hij had haar lichaam in de aarde begraven, niet helemaal zeker of ze er nog was of niet, omdat hij soms haar zucht in de wind hoorde. 


Tung vermoedde dat de koelheid van haar hand deel werd van het rivier. Hij zag haar ook in de diepte van het water, een diepe poel waar het donker is, dit zag hij in haar ogen toen zij nog een lichaam had. Dezelfde poel diepte in haar ogen. Hier, in deze diepe poelen keek ze naar hem en begreep ze hem. 


Hij dronk van het water waar hij soms zijn vrouw naar hem zag kijken vanuit de diepe poel en hij wist dat ze hem kon voelen in de tast van het water. Hier werd hij heel blij van en hij gunde het haar om hem te voelen over zijn lichaam. Hij wou in de rivier duiken zodat ze elkaar kunnen strelen en voor een tijd bij elkaar kunnen zijn, maar hij moest eten. 


Hij zag een hert en hij bewoog zoals zijn moeder soms bewoog, gericht maar ook soms met finesse. Hij dacht dat ze in de hert zat, maar ze ging gauw weg, omdat de beweging die de hert en zijn moeder maakten er niet meer was. Hij had een theorie dat zijn moeder heel vlug was op een manier omdat hij soms zag dat dezelfde beweging in een tak met veel zware bladeren met de wind mee ging. Maar opeens was hij er niet meer, de bewegingen kwam niet meer overeen en zijn moeder was of weg of ze wou hem voor de gek houden.


Zijn vader leerde hem jagen. Hij zei dat er soms een ‘Verraad’ zat in een hert. Ze zijn mooi, maar ze hebben het in zich, het Verraad. Het Verraad kun je zien in de onschuld van hun ogen. Het is meteen daar. Dan kun je de hert dood maken met de pijl uit jouw koker. Hij hoorde van zijn vader dat dit Verraad heel gevaarlijk is en dat het een keer gebeurde dat zijn vader het Verraad zag in iemand die hij niet leuk vond en het doodde. 


Tung zag veel van zijn familie in de natuur, hij hoorde soms het geluid  van een dier dat overeen kwam als de lach van zijn oom. Het was niet dezelfde lach, het kon zijn dat zijn oom van lach veranderde. Dit kan verwarrend zijn, hij wist niet altijd of het Verraad in een dier zat of niet. Zat het Verraad in deze lach die hij soms hoorde?


Het was avond en hij keek naar de sterren. De hert zat in zijn buik. Het ging door zijn mond en tanden naar beneden. 


Wat hij zo geweldig vond was dat er diepe poelen zat in de ogen van ieder die hij kent en kende. 


Deze donker, diepe poel zat tussen de sterren en keek terug naar hem en begreep hem.

EINDE


© 2020 Michael J Secreve  -  All Rights Reserved

 



Reacties